Lieve Eelke,

In week 37 van een heerlijke zwangerschap had ik het gevoel ‘vol’ te zitten. Welke beweging ik ook maakte, je begon echt in de weg te zitten. In het laatste stukje van die week werd ik wat onrustig en het verbaasde me dan ook niet toen de vliezen braken.

Omdat je al die tijd in een stuit lag en ze je groot schatten, zou ik een keizersnede krijgen. Op zaterdag werd je gehaald en de gynaecoloog kon je nauwelijks over het scherm heen tillen. Je was een reuzenbaby, met je 55 cm. en je gewicht van ruim 9,5 pond! Maar wat was je mooi en zo anders dan je zusje! Je had donker haar en rode wangen, zo bijzonder! In het begin lukte het niet goed om de borstvoeding op gang te laten komen, je bloedsuikerspiegel was zodanig laag dat je bijvoeding kreeg. Gelukkig mocht je wel bij mij op de kamer blijven!

Eenmaal thuis was ik doodop en ging lekker met je naar boven. Papa, die ook moe was, ging even naast me liggen toen je heel raar begon te hoesten. Ik zei dat papa je even uit je wiegje moest halen en dat deed hij. Even later hoorde ik je weer akelig kuchen en papa stond gelukkig op dat zelfde moment naast je wiegje en ik zag dat je al helemaal blauw en stijf was. Ik riep dat papa de kraamhulp moest roepen en je voorover moest houden. Papa sloeg op je rug en tegen die tijd dat de kraamhulp boven was, huilde je boos.

Een dag later sprong mijn keizersnede open en ik was aan het eind van mijn Latijn. Gelukkig mochten we terug naar het ziekenhuis en al snel bleek dat ik allemaal rommel in mijn baarmoeder had zitten. Ik moest onmiddellijk gecuretteerd worden en jij werd later door opa en oma naar het ziekenhuis gebracht.

De volgende dag waren we weer thuis, maar ik durfde je geen moment uit het oog te verliezen, veel te bang dat je weer zou stikken.

In die dagen daarna bloedde ik telkens uit mijn wond, maar geen mens die me geloofde, de wond leek gewoon dicht. Al met al heb ik, terugkijkend, het gevoel dat ik als een zombie leefde. Het was echt akelig allemaal, maar vooral die zorgen die ik had rondom jou, maar ook om de buikwond, maakte dat ik eigenlijk niet meer kon. De volgende dag zou het de kraamhulp haar laatste dag zijn en ik had met mezelf afgesproken naar de huisarts te gaan om daar praten, omdat ik echt bang was gek te worden.

Gelukkig nam de verloskundige me serieus en stuurde me weer door naar het ziekenhuis. Daar bleek de oplossing heel eenvoudig: al het oude bloed verzamelde zich in mijn buikholte en zocht de weg van de minste weerstand op om naar buiten te gaan en dat was via de keizersnede!

Toen begon mijn eigenlijke kraamtijd, een gelukkige periode waarbij ik je geen seconde alleen liet. Je was lekker dicht in mijn buurt en sliep ofwel in de doek, ofwel in de wandelwagen. In die tijd kreeg je ook veel last van de reflux, je spuugde, maar wilde dit ook weer inslikken, met als gevolg dat je bijna verdronk in je melk die omhoog kwam. Gelukkig vond ik een goed oor bij het consultatiebureau en bij de osteopaat. Met Johannesbroodpitmeel heb ik geprobeerd het wat te reduceren, maar het had niet echt veel nut. Papa en ik besloten daarom dat papa maar op jouw kamertje ging slapen en jij bleef lekker bij me in bed. Op deze manier was ik altijd bij je en kon ik direct handelen, wat geen overbodige luxe bleek te zijn.

Je groeide snel en ontwikkelde je mondjesmaat. Je wilde maar niet draaien, waar ik me ongerust over maakte. En weer liep ik tegen een muur van onbegrip aan, iedereen vertelde me dat het allemaal vast goed kwam, maar ik zat daar maar met mijn rinkelende bellen. Uiteindelijk had ik een pleidooi voor je gemaakt en gewapend met dat in mijn achterhoofd ben ik naar het consultatiebureau gegaan. De arts snapte precies wat ik bedoelde en stuurde me naar de kinderfysiotherapeute waar ik ook met Mijntje geweest was.

De immer–vrolijke Eelke gooide haar eigen wil in de strijd en hebt maandenlang alleen maar boos gehuild bij de fysiotherapie. Ik kreeg oefeningen mee en we oefenden en oefenden, maar draaien wilde je maar niet doet. Daarbij constateerde de therapeute een hele slappe spiertonus, erg soepele gewrichten en een overgevoelig evenwichtsorgaan.

Uiteindelijk kon je wel zitten, tijgeren, kruipen en staan. Maar alleen wanneer je er zelf zin hebt! Je laat je niet verleiden door speelgoed of ons, je neemt telkens zelf de beslissing verder te gaan. De fysiotherapeute is erg over je te spreken en ziet je vooruit gaan.

Bij mij knaagt het echter nog. Ik ben niet helemaal gerust op je ontwikkeling en vooral het ‘mens’ dat je bent. Ik vind je erg bijzonder en ook anders, maar ik weet niet goed hoe ik dat uit moet leggen.

Er is één moeder die me begrijpt en met haar heb ik het geregeld over je. Ze snapt precies mijn manier van denken en zij heeft me aangespoord je levensverhaal eens op te schrijven.

Zij is me voorgegaan in de zorgen rondom haar kind en weet hoe ik machteloos ik me voel.

Maar ook zij weet als geen ander hoe het is om iets te merken aan je kind en niet te weten waar je moet aankloppen.

Vandaag zijn we weer naar de fysio geweest. Je liet daar zien hoe goed je al kunt lopen, dit doe je vanaf het begin van het jaar. Een opluchting voor ons, er kan in ieder geval één zorg afgestreept worden!

En wat de toekomst ons brengen zal? Géén idee! Ik heb me er maar bij neergelegd en zal alle problemen die op je pad komen met je bevechten, lieve Eelke! We redden het samen wel en bent hoe dan ook mijn eigen, lief meisje!

Een dikke kus van mama